maandag 6 oktober 2014

La vita e pelle

Het leven is wat er gebeurt terwijl je andere plannen maakt. Dit citaat van John Lennon kent iedereen. Wij werden er deze week weer eens heel concreet aan herinnerd. Niets rampzaligs maar ons leven werd door het plotselinge bericht dat we over drie maanden weer in Nederland wonen toch een beetje door de war geschopt. Het bericht kwam volslagen onverwacht en voor ons gevoel een aantal jaren te vroeg. Dit weekend waren we in Verona. Het uitje stond al geboekt maar kwam nu bijzonder gelegen. Even 'abschalten' om alles vervolgens vanuit een ander perspectief te kunnen bekijken. Wij doen ons hele leven weinig volgens de gebruikelijke weg, welke dat ook mag zijn, en we zijn huiverig voor saaiheid en sleur. Daarom trekken we er regelmatig op uit en we maken zoveel mogelijk gebruik van de mogelijkheid om een weekend naar Italië te gaan, nu het bijna naast de deur ligt. 

Terwijl we 's ochtends zitten te ontbijten in de pronkkamer van de Bed and Breakfast waar we verblijven, middenin de oude stad op een steenworp van de Arena, worden we zorgvuldig geinstrueerd door onze gastheer, een hele leuke, wat oudere filosofische en in zijn begeestering ietwat doorgeschoten kunstverzamelaar. Voordat de boeking van de kamer in zijn Bed and Breakfast definitief werd, had hij via emails al meerdere keren bezorgd gevraagd naar het ras van onze hond, aangezien ze in een huis vol fresco's, kunstwerken en kwetsbare stoffering woonden. Nadat ik hem wel tien keer verzekerd had dat wij ons uitermate bewust waren van de bijzondere waarde van het huis en de kamer, onze hond een lief en uitzonderlijk goed opgevoed beest was en ik had toegezegd een extra bedrag te betalen voor het logies van onze viervoeter, kregen we groen licht. Bij aankomst gaf de gastheer ons een oud buitentafelkleed met van die roezeltjes als ligbed voor 'the hound' zoals hij Pelle de eerste dag stelselmatig noemde. Er zou immers iets kunnen gebeuren met de eeuwenoude vloer. Terwijl we Pelle omzichtig te eten en drinken gaven op het piepkleine balkon van hun casa - wee dat er watervlekken op de kostbare marmervloeren zouden komen - werden we nauwlettend geobserveerd door de eigenaresse, Adele. Adele sprak geen Engels. 

Toen Cicero, zoals we onze gastheer schertsend noemden, ons eerder die ochtend tijdens het ontbijt in een mengelmoes van Duits, Engels en Italiaans vertelde over de bijzondere plekken die niet zozeer de naam hebben maar het meest de moeite van het aanschouwen waard waren, ontdekte hij dat ik Frans sprak. Triomfantelijk zei hij dat zijn vrouw, een ietwat gereserveerde kunsthistorica, eveneens Frans sprak. Ineens leek de zon te gaan schijnen en fleurde Adele volledig op. Ze sleepte allerlei boeken die we volgens haar moesten zien uit kasten aan en ze schonk nog wat verse granaatappelsap bij, gegeneerd vertellend dat kunst weliswaar een groot goed is maar dat het ook een ernstige verslaving kan worden en dat ze daarom in dit tot een museum verworden huis woonden, nog steeds smaakvol maar wel een beetje vol misschien. Geen plaats voor een 'hound', dat was duidelijk. Maar, na het ontbijt kreeg Pelle, die een neus heeft voor situaties en zich werkelijk voorbeeldig gedroeg, zowaar een aai. 

Er volgde dus een uitgebreid kerkepad door de stad, waarin we om de beurt de kerken in mochten terwijl de ander in de zon wachtte met de hond. We zagen de mooiste fresco's, Mariabeelden, houtsnedes en zelfs een kerk onder een kerk, we brandden kaarsjes, kwamen bij op terrasjes en beloonden Pelle uiteindelijk voor z'n geduld door hem te laten zwemmen in de Adige, de rivier die door Verona stroomt. 

Omdat we het type 'off the beaten path' reizigers zijn, zochten we 's avonds ijverig naar een trattoria, ver van het naar onze smaak veel te toeristische centrum. Aan de rand van de binnenstad vonden we een klein, onopvallend tentje, Dogana Vecia geheten. Bij binnenkomst bleek het een soort huiskamer met een bar, vier tafels waarvan de grootste werd bezet door een man en zes vrouwen, allemaal Yvonne Kroonenberg types, qua uiterlijk dan. Ze waren ongetwijfeld familie van elkaar, al die krullenbossen aan een tafel. Ik bedacht vertwijfeld dat het vertrek er, toen het nog een douanepost was, - dogana betekent douane - waarschijnlijk gezelliger uit heeft gezien. De mensen die er zaten te eten, uitsluitend Italianen, veerden allemaal enthousiast op bij het zien van onze 'hound'. Er was geen weg terug. We waren welkom. Dit leek wel aardig op het authentieke waarnaar we zochten en dan nog twee beetjes meer. De eigenaresse sprak geen woord Engels en er was geen menu. We konden kiezen uit twee primi's en twee secondi's. Ik besloot voor de tagliolini in brodi te gaan. Dat klonk vaag bekend, dacht ik. 

Een mens kan zich vergissen. Toen het eten gebracht werd, werd pijnlijk duidelijk dat we nu toch eindelijk eens echt Italiaans moeten gaan leren. 's Middags had ik nota bene nog een foto op m'n Facebook geplaatst met de tekst '(eet geen) Dierendag'. Dit is voor mij als vegetariër iedere dag natuurlijk het geval maar vandaag, op 4 oktober, dierendag, zou ik me door onvoorziene omstandigheden niet aan m'n eigen principe kunnen houden, besefte ik. Franciscus van Assisi zou zich omdraaien in zijn tombe. Ons werd zo ongeveer alles geserveerd waar ik als ik zelf kook uit de Zilveren Lepel - de bijbel voor de Italiaanse keuken - met een grote boog omheen blader. Mijn tagliolini bleek een soort vermicelli met bouillon en stukjes lever erin. Ik hou niet van gezanik en gezever maar lever, oef. Dat is toch wel een pijnpuntje. Mijn man kreeg als hoofdgerecht een soort mixed grill van orgaanvlees en ik polenta met de allervetste delen die er aan een kip zitten, waarbij de polenta in een weerzinwekkend vette jus dreef. Enigszins opgelaten schoten we in een onbedaarlijke lach en bestelden vlug een tweede karaf rode wijn. Dit ging een lange avond worden want hoe zouden we dit oplossen? Goed opgevoed en gewend om keurig onze borden leeg te eten maar er is wel een grens aan onze goede smaak, zo bleek. 

De oplossing lag nietsvermoedend naast ons tafeltje op de vloer te slapen. Maar, uiterste voorzichtigheid was geboden want we wilden de dame die ons bediende uiteraard niet voor het hoofd stoten. Iedere keer als ze de keuken in verdween met vuile glazen of een arm vol borden dan lieten we iets van onze vorken op de vloer vallen. Laten we stellen dat Pelle een bijzonder goede avond had. Bij de dolci aanbeland voelde ik me opgeluchter dan een marathonloper die de meet bereikt heeft. Toen de mama uit de keuken kwam om te vragen of het gesmaakt had, voelde ik me breed lachend en heftig knikkend een ware Judas. 

De groep aan de grote tafel was inmiddels ook uitgegeten en een aantal van hen richtte  zich enthousiast tot Pelle, die zich inmiddels bewoog of het zijn eigen huiskamer was. De glazen werden nog eens gevuld terwijl de koffiemachine zuchtend en steunend de ene na de andere espresso klaar stoomde. Iedereen had zich inmiddels om ons tafeltje verzameld. De oudste van de dames stelde zich aan ons voor als Isabella, en we raakten in een geanimeerd gesprek. Mijn man keek me triomfantelijk aan. We hadden op dat moment het gevoel dat we nog nooit zo'n leuk mens hadden ontmoet en Isabella keek ons verrukt aan en zei dat ze nog nooit zulke leuke mensen had ontmoet. Ze zei dat ze van Nederland hield en in een volgend leven zo graag in Bergen, een idyllisch plaatsje vol zee en cultuur, zou willen wonen. Wij zeiden dat we daar ook wel wilden wonen en we spraken af dat we in een volgend leven buren zouden worden. We lachten en praatten, praatten en lachten. Verrukt keek ze ons aan en gaf me pardoes drie dikke zoenen op m'n wang, om vervolgens hetzelfde bij mijn man te doen. 

Soms heb je van die momenten die zo fijn en bijzonder zijn dat je even niet weet wat je allemaal overkomt. Geluk. We gingen die avond als oude vrienden uit elkaar. Veel hadden we niet gegeten. Maar we verlieten de Dogana Vecia met een warm gevoel van verbinding, van vriendschap, met een brede glimlach en een voldaan gevoel. De volgende ochtend in onze Bed and Breakfast bleek Pelle gepromoveerd van 'hound' tot Pelle, en mocht hij door het hele museum wandelen, waarbij hij in het voorbijgaan telkens een aai kreeg. Terwijl Cicero op zondagochtend op dat krappe balkon natte witte lakens stond op te hangen, week Pelle niet van zijn zijde. Bij het afscheid later kreeg 'ie zelfs een knuffel. Such a good dog... 

La vita è bella en dat is echt waar maar je moet het wel zien en zo nu en dan zelf de slingers ophangen. Maak goede keuzes en wijk regelmatig eens af van gebaande paden. Wie weet wat je allemaal ontdekt! En als je het leven open en vol verwondering tegemoet treedt, hoef je je nooit zorgen te maken, waar je ook bent. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten