maandag 8 juni 2015

Mag ik dan bij jou

Een van de mooie dingen aan kunst en cultuur vind ik dat je er regelmatig wel iets uit kunt halen dat voor jou een speciale betekenis of bijzondere waarde heeft. In het mooiste geval raakt het je echt. Dat kan met van alles zijn, mooie woorden of zinnen in een boek dat je leest, een hele fijne noot in een muziekstuk, een aria, een melodie. Een goed geacteerd toneelstuk, dat je laat nadenken over de wereld of iets uit je eigen leven misschien. Een bepaald beeld, een kleur of combinatie van kleuren. Een bepaalde structuur of vorm. Het kan zoveel zijn. Bij cabaret vind ik het altijd fijn om na afloop nog lang over de dingen na te denken en als een cabaretier of cabaretiere mij blij wil maken, dan is dat met een heel mooi liedje, dat in mijn hoofd blijft zingen nadat ik het theater heb verlaten. Het liefst vanwege een combinatie van een mooie melodie en een goede tekst. 

Zo waren we jaren geleden bij een voorstelling van Claudia de Breij. Ik zie haar graag, zoals de Vlamingen plegen te zeggen en ik ga haar ook altijd graag zien. Ik vond haar vroeger nooit zo'n geweldige zangeres en haar liedjes deden vaak wat afbreuk aan haar inhoudelijk altijd goede programma's. Maar in de loop der jaren heeft ze zich daarin sterk ontwikkeld. Dat is het mooie aan mensen. Wij zijn leerbaar en kunnen ons ontwikkelen. Zo kwam ik dus jaren geleden thuis na een show van Claudia met een heel lief liedje in mijn hoofd. Een klein liedje van een grote, pure schoonheid. Het heet 'Mag ik dan bij jou'. Het liedje gaat over liefde. Maar niet zomaar over liefde. Over lieve liefde, het zoeken naar geborgenheid in een relatie, er altijd voor elkaar zijn, ook als je op je allerkwetsbaarst bent. Ach, ik denk dat jullie dat liedje allemaal wel kennen. 

Sinds een aantal jaren kijk ik geen commerciële televisie meer omdat ik het goedkoop vind en er eigenlijk niet vind wat ik zoek. Als alles draait om kijkcijfers en geld, ben je mij sowieso kwijt. De publieke omroep biedt precies de programma's die ik fijn vind en dan nog mis ik daar heel erg veel van, want ik kijk eigenlijk helemaal niet zoveel televisie. En ik heb RTL, SBS et cetera werkelijk nog geen dag gemist. En mocht ik er eens iets goeds hebben gemist volgens de publieke opinie, then so be it. Ik ben zo blij dat ik verlost ben van alle commercials, goedkope blabla en inhoudsloze fastfood. Ik zie het als een soort kijkbuisdetox. Geen Albert Verlinden, Gordon en consorten voor mij. En aangezien mijn man zijn boxers niet bij de C&A koopt, loop ik ook daar geen Jan Smit tegen het onderlijf. Een verademing. Ik kan het werkelijk iedereen aanbevelen. 

Een lastig moment is altijd die tijd in het jaar dat er toch weer wat mensen die ik op Facebook als 'vriend' heb, een avond naar de Toppers gaan. Ik doe altijd mijn uiterste best dat soort vermaak te vermijden en hoef die foto's dan ook niet te zien. Ik gun iedereen zijn lol, heus, maar ik heb er gewoon niets mee. Het heeft iets triests vind ik. En ik denk, zonder pretentieus te willen zijn dat er zoveel meer is in het leven, alleen hebben de mensen die de Toppers leuk vinden dat nog niet ontdekt. Ik vrees dat velen dat in dit leven ook niet gaan ontdekken, maar dat terzijde. Ieder zijn ding. Maar ik dacht dus dat ik de dans weer mooi was ontsprongen dit jaar, door zorgvuldige selectie en af en toe een oog dicht te drukken maar toen gebeurde het...

Ik had al wel een digitale nieuwskop voorbij zien komen maar had er verder geen aandacht aan besteed. Zo'n commerciële zanger bleek met stip op één te staan in de iTunes top-zoveel. Nog sloeg ik er geen acht op. Ik kan heel goed filteren. Maar ineens zag ik een clipje op Facebook voorbij komen, 'Mag ik dan bij jou'. 'Leuk"! dacht ik nog. Toen zag ik echter dat het niet van Claudia de Breij was maar van Jeroen van der Boom. Voor ik überhaupt nadacht had ik al op 'speel af' gedrukt. En toen vielen er een aantal puzzelstukjes in elkaar. 

Wat schetste mijn verbazing? Die zanger behoort dus kennelijk inmiddels tot de Toppers en had bij dat concert dat lied van mijn cabaretheldin gecoverd. Hoewel gecoverd nog zacht uitgedrukt is. Verneukt, zou ik eerder zeggen. Ik vond het ver-schrik-ke-lijk, met hoofdletters: VERSCHRIKKELIJK!!!! Zo'n fijngevoelig, lief liedje werd daar vanachter een elektrische piano met gekleurde toetsen, wat op zich al verboden zou moeten worden, vanaf autocue gezongen door een vadsige zanger in een matrozenpakje met korte pijpen. Slik. Een zanger die de tekst helemaal niet begrijpt, niet werkelijk meende wat hij zong. Zeg nou zelf, zou Claudia in het theater ooit tijdens het brengen van dit liedje, tegen haar publiek schreeuwen: 'Zing!'? Een klein theaterliedje, verworden tot smerige smartlap. That's entertainment. En het lied, dat inmiddels het theater was ontstegen en al een groter publiek bereikt had, werd uiteraard door duizenden lallende in wit geklede kuddedieren meegeblèrd. Huisvrouwen, pas verlaten door hun overspelige echtgenoten stonden daar, met tranen in hun ogen, hangend om elkaars nekken, elkaar bijna wurgend met de Hawaii-slingers die onderdeel uitmaakten van de anders zo witte Toppersdresscode, elkaar hevig geëmotioneerd over de rug wrijvend. En de camera natuurlijk flink inzoomen. Mannen, zich in die Arena Jasper Cillessen, de Ajax keeper wanend, drukten hun vrouwen klemvast tegen zich aan, hun bier morsend. Dit is pas romantiek, zag je ze denken, zo mag ik er vannacht wel weer op. Wat een groots moment van verbinding! Mag ik een teiltje? 

En net toen ik dacht dat ik alles gehad had, keek die Jeroen zo heel erg nep ontroerd recht in de camera. Zijn wenkbrauwen wezen in een punt naar z'n voorhoofd. Ik deed dat thuis denkbeeldig met mijn wijsvinger. 'Godverdomme, lazer toch op man', zou Youp van 't Hek zeggen en ik dacht het. Tenslotte keek hij nog eens ernstig knikkend in die camera, alsof hij het zelf allemaal doorvoelde. Tenenkrommend, kots. Ik kon me werkelijk niet voorstellen dat Claudia ooit voor zo'n farce haar fiat zou geven. En Jeroen lacht zich ondertussen helemaal dood, want konden zijn zakken al niet voller na de lucratieve Toppers-tour, nu kan hij ook nog eens flink cashen met het juweel van een ander. Beter goed gejat dan slecht bedacht zal hij gedacht hebben en hij wreef nog eens lachend over zijn goedgevulde BN-er-buik. 

Vandaag las ik op NU of iets dergelijks dat Claudia zich op Twitter wel wat druk had gemaakt vanwege het feit dat haar inderdaad niet vooraf om toestemming was gevraagd haar liedje uit te voeren, laat staan uit te brengen. Het schijnt dat de twee partijen inmiddels met elkaar hebben gesproken en het kan me eigenlijk ook allemaal geen bal schelen. Dat liedje is voor mij voortaan besmet. Ik kan er nooit meer naar luisteren zoals ik tot nu toe steeds heb gedaan. Het is nu een Top(pers)hit. Het behoort tot de Toppersshit. En half Nederland trapt erin en geniet zich suf. Nou dat is heel mooi. Over smaak valt niet te twisten, maar ik heb er dus wel een mening over. 'Als er een clubje is, waar ik niet bij wil horen, mag ik dan bij jou'? zingt Claudia. Ik zou best even bij Claudia willen. En dan zou ik het met haar hebben over de teloorgang van idealen, van schoonheid, van wat echt en mooi en puur is. Laten we volgend jaar tijdens de Toppers-reeks de Arena een avond gratis openstellen voor alle vluchtelingen. Ik wed dat er niemand in Nederland wil blijven. 

maandag 1 juni 2015

Mijmerend op maandagmorgen

Een nieuwe dag, een nieuwe week en ik pak m'n MacBook om weer eens een blog te schrijven. Ik zit buiten in de tuin en kijk uit op ons oude huis, mijn studeerkamer, waar ik mijn eerste blogs schreef. Onze slaapkamer daarnaast en de garage die zo klein was dat de auto er net niet in paste. Een half jaar geleden was dat huis nog vol leven. Ons leven. De huidige bewoners zijn op vakantie. Het is er dus stil. Bijna alle andere buren zijn ook met vakantie. In Bayern kennen de mensen de luxe van een tweeweekse pinkstervakantie. En mede daarom zit ik hier in die vreemde tuin, die overigens niet vreemd aanvoelt. We passen op de poes van de buren. De buren in Duitsland. De buurvrouw in Nederland past daar weer op onze poezen. 

Nee, deze tuin voelt heel vertrouwd aan en ik prijs me gelukkig dat ik hier nu zit. Pelle, onze hond, vindt dat ook. Hij heeft zich strategisch geposteerd voor het hek, de enige opening in het groen, om te solliciteren naar aandacht van buurtbewoners en naar een stukje worst. Z'n goede vriend meneer Klier, een kwieke gepensioneerde man, pakt moeiteloos zijn oude gewoonte Pelle iedere dag te trakteren weer op en Pelle bedankt hem uitvoerig. Van ons krijgt hij nooit worst maar in Bayern is dat zo ongeveer volksvoedsel nummer één. 

Terwijl ik vorige week voor het eerst in de tuin zat, ging er een dakraam open. Een hoofd stak naar buiten met de woorden: "Willkommen zurück in die alten Heimat". Ik lachte en bedankte de achterbuurman. Als we tussendoor een paar dagen naar Italië gaan, drie uur rijden vanaf hier, om te gaan wandelen in de Dolomieten, vraag ik een andere buurman of hij drie dagen voor de poes kan zorgen. "Ja klar"! Geen probleem. We moeten het er lekker van nemen. Het zijn van die kleine gewone dingen, die voor ons helemaal niet zo gewoon zijn. Ze zijn ontzettend bijzonder. De drie jaren dat we hier woonden, zijn we hier erg gelukkig geweest. En het was te snel en nogal abrupt voorbij. Ik denk terug aan die dag in december, toen we achter de verhuiswagen aan wegreden en de familie ons huilend stond uit te zwaaien. We moesten ons deze dagen vooral thuisvoelen in hun huis en dat doen we. Soms weten mensen dingen zonder ze te benoemen en dat ze het weten, ontdek je door bepaalde gebaren of daden die zonder nadere toelichting worden gebracht. Zulke mensen zijn dit dus. Hun huis is ons huis. En wij leven weer even verder achter de Bayerische komma, waarvan we in december nog vreesden dat het een punt zou zijn. 

Gisteren gingen we weer eens wandelen in de bergen. In de Bayerische Alpen. We liepen één van onze favoriete tochten, waarbij je na een stuk klimmen door het bos uitkomt op een prachtige weide. Daar grazen wat koeien en heb je een eerste uitzicht over het adembenemende dal, in allerlei variaties groen. Op die weide staat een kleine almhut waar wij op zondagen tijdens onze wandelingen graag een boterham met kaas aten. De hut wordt uitgebaat door een boer en boerin. Ze hebben geen stroom en je kunt er alleen koffie, (opgietkoffie) bier, vlierbessensap, melk, een boterham met spek of een boterham met kaas krijgen. Het is er fantastisch, daar op die alm. De plek waar Pelle voor het eerst kennismaakte met koeien en waar wij tijdens onze korte stops de leukste gesprekken hadden met allerlei mensen.


Standaard waarschuwt de boerin eerst dat de hond niet uit de badkuip van de koeien mag drinken. Of erin gaan liggen, zoals Pelle het liefst doet. Nee, voor de hond heeft ze een speciale drinkbak, zegt ze ferm. "Ah, Sie sind es ja", brengt ze verrast uit. Ze kent ons nog. We bestellen onze boterham met kaas en een Weissbier. Het boer gaat over het bier. Glunderend zet hij de flesjes voor ons neer. De boerin vertelt dat het vandaag de laatste dag is dat ze kleine horeca-activiteiten mogen uitvoeren. Ze voldoen niet aan de voorschriften en moeten daarom hun bescheiden nevenverdienste staken. We zijn onthutst als we dit horen. Eén van de meest pure plekken in heel Bayern, met oprechte mensen, eerlijk voedsel. Moet dan echt al het mooie, authentieke in deze wereld kapot gemaakt door muggenzifters en regelneukers? Wij kunnen het niet geloven. 

De boerin vraagt of we dan nog een Schnapps met haar willen drinken. Want dat wij uitgerekend op deze dag langs kwamen bij haar almhut. Alsof het zo moest zijn. Wij vinden dat even bijzonder. Terwijl we de kleine glaasjes heffen en ik haar boterham met kaas prijs, zegt ze, dat altijd als we in de buurt zijn en gaan wandelen, ze een boterham voor ons heeft, want voortaan zijn we familie. "Die Holländer"... en ze glimlacht ontroerd. We proosten. Ze vertelt lachend, dat in de winter en de zomer, de Autobahn beneden vol staat met gele nummerborden en dat maar weinigen deze verlaten om de bergen werkelijk te leren kennen in hun oorspronkelijkheid en pracht. Wij hebben dat geheim echter ontdekt, zegt ze op samenzweerderige toon en we proosten nog eens. Ja, wij hebben dat geheim ontdekt, zeggen we tegen elkaar terwijl we onze weg vervolgen. Van die plekken van pure schoonheid, waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Plekken waar je dicht bij de natuur komt en bij jezelf. Waar je de dingen helder voelt en ziet. Waar je even kunt ontsnappen aan de krankzinnige wereld waarin we leven en de hectiek van alledag. 

En nu zit ik dus in deze tuin. Ik hoor alleen maar vogels. En af en toe de S-Bahn, die langs dendert en je in 15 minuten in het centrum van München brengt. Dat gaan we vanmiddag maar eens doen. Nog even die mooie stad in, vol historie en cultuur. Woensdag zit het er weer op en rijden we terug naar ons huis in Nederland. Waar ik me even gelukkig zal voelen, vanwege andere mensen en dingen. Ik ben een gezegend mens.