vrijdag 31 oktober 2014

De (B)eierboer

Eens in de 2 weken komt hij bij ons aan de deur. De eierboer. De achterbank van z'n oude stationcar vol met eieren. De eitjes komen van de boerderij van zijn dochter. Uit de Landkreis Rosenheim. Niet uit München, zegt hij er altijd expliciet bij. Ik vraag me altijd af hoeveel eitjes hij moet verkopen voordat hij zijn reiskosten er weer uit heeft, want dat is zeker een uur rijden. Op de gekste tijden komt hij langs. Meestal als de dag zijn gordijnen net heeft gesloten. Gaat ineens de voordeurbel en zeggen we verschrikt: wie zou dat nu nog zijn? 

Altijd is het de eierboer. "Grüss Gott"! Zijn brede grijns doet mijn ergernis over het storen als sneeuw voor de zon verdwijnen. Iedere keer koop ik 12 bio eitjes bij hem. Voor een appel en een ei. En een praatje. We praten altijd minstens een kwartier met elkaar. Dat kan voor hem niet uit. Maar waarschijnlijk leeft de eierboer ook van verhalen. Dat vind ik mooi. Gelukkig koopt de buurvrouw iedere keer 50 eieren. De stroopwafels die ik hem de vorige keer had meegegeven waren heerlijk, zegt 'ie.  Af en toe doet hij een voorzichtige poging zijn omzet wat te verhogen. Suggereert ie dat ik meer zou moeten bakken: taarten, omeletten, soufflés. Verder nergens om. Gewoon, omdat ik het kan hebben. Ik moet daar altijd erg om lachen, de charmeur. Het liefst zou ik iedere keer honderd eieren bij hem kopen. Ik heb een zwak voor deze man. Zijn ijver, z'n hartelijkheid, zijn eenvoud. Terwijl we gesprekken voeren over het leed in de wereld en over bewust leven, valt mijn oog op de Mc Donalds beker op z'n dashboard. Ik glimlach. 


De keren dat we niet thuis zijn, zet de eierboer de eitjes bij de voordeur. In de zomer zijn we elkaar een paar keer misgelopen. Ik herinner hem eraan dat hij nog geld van me tegoed heeft. Hij zegt dat 'ie geroerd is door mijn eerlijkheid. Hij is z'n grote boek namelijk kwijtgeraakt en heeft geen idee meer wie er nog bij hem in het krijt stonden. Erg onhandig want de bestellingen voor het wildseizoen stonden er ook in. De eierboer is namelijk ook jager. 

Ik betaal het geld voor de eitjes, ook die van de vorige keren. In onvervalst Bayerisch krijg ik te horen dat niet alle mensen zo eerlijk zijn. Nederlanders zijn vriendelijk. Weer glimlach ik. De Beierse eierboer is dat ook. In een moment van grote genegenheid bestel ik een reehaas bij hem. Stralend legt hij me uit hoe ik het wild het beste kan bereiden. Met Semmelknödel natuurlijk, en bessensaus. Die bessen regelt hij ook wel voor me. Hij belooft me ervoor te zorgen dat we het allermooiste vlees krijgen dat hij geschoten heeft. Hij glundert en tikt bij het weggaan beleefd tegen z'n hoed. Terwijl ik voldaan de voordeur sluit, bedenk ik dat we vegetariërs zijn... 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten