vrijdag 29 augustus 2014

Pleidooi voor een kat

Enkele weken geleden zaten we op een herfstachtige avond thuis een film te kijken.  De zomer in München kan dit jaar zeker wisselvallig genoemd worden dus het was geoorloofd. Met wollen sokken aan en de vingers om een mok hete thee sprak mijn man de woorden: 'Nu mis ik de katten'. Buiten regende het katten, en honden trouwens ook maar ik merkte dat ik deze opmerking op moest slaan. Mijn man is niet het type dat snel wensen uitspreekt en als hij dat al doet, verpakt hij die in boodschappen als deze. Toen we 16 jaar geleden gingen samenwonen hadden we twee katten genomen als kroon op de huiselijkheid samen. Tejs is dit voorjaar overleden, twee jaar na zijn broer Mats, die we hebben moeten laten inslapen omdat 'ie diabetes kreeg. 

Drie weken geleden zaten we in Friesland aan de keukentafel. We hadden net zomervakantie en daarom waren we twee weken lekker 'Thuis' in Nederland. Ik was lyrisch aan het vertellen over een boek van Hermann Hesse dat ik net had herlezen. Terwijl mijn man een tweede fles rode wijn opende, vertelde ik hem over vriendschap, liefde en levenskeuzes. Ineens zei mijn man: "Ik wil weer katten Trijn. Wij zijn kattenmensen en zonder een kat voel ik me geamputeerd. Pelle (onze Golden Retriever) is een schat maar een hond is niet hetzelfde". Goed, zijn midlife werd bij deze daadwerkelijk bevestigd. De afgelopen weken had 'ie het continu over cabrio's en nu wilde hij gaan voor een tweede leg. Gelukkig wel bij mij. En op vier poten... Ik stemde in. Er zouden dus nieuwe katten komen. En zo geschiedde. 

De volgende ochtend reden we naar een dierenasiel in Drenthe. We hadden in de krant gelezen dat ze daar een overschot aan kittens hadden en we vonden dat we minstens twee van deze kittens moesten redden. "Wel weer broertjes", zei ik. "Geen zwarte kat, dat doet me teveel denken aan Mats", zei mijn man. Terwijl ik in een ruimte met 16 hoopvolle snotterende kittens een speels eigenwijs rood katje aaide, was er een piepklein zwart katje, met ogen als knikkers, dat zich aan mijn man z'n voeten neervlijde. Vertederd keken we hoe het beestje met zijn hoofd op z'n schoen in slaap sukkelde. "Deze kat laat zich niet door ons kiezen maar heeft ons uitgekozen, die gaat het dus sowieso worden, daar kunnen we niet omheen, assertiviteit dient beloond". Ik vond dat ook. En met een rode kat en het zwarte kleine poesje, zo bleek na controle van de gegevens, vertrokken we terug naar huis. 

Inmiddels zijn de katten ruim een week bij ons in Duitsland en lijken ze zich al aardig thuis te voelen. Kjell, de rode kater en onze hond blijken een vriendschap voor het leven te hebben gesloten. Als Pelle op z'n kussen ligt te slapen, kruipt de rode kat er behoedzaam bij. Als de hond ontwaakt, begint 'ie met z'n staart te kwispelen en krijgt de kat een lik of meer. In ruil daarvoor geeft Kjell hem kopjes. Nor, het kleine zwarte dametje heeft Pelle na een week eveneens geaccepteerd. Het in zijn richting blazen met een dikke staart heeft plaatsgemaakt voor voorzichtige toenaderingspogingen. "Je bent oké, je mag blijven", zo lijkt ze te willen zeggen. Hoewel Pelle er natuurlijk het eerst was en al bijna vier jaar bij ons woont. Maar bij katten werkt dat anders. Zij maken de dienst uit. En wij betalen de rekeningen. Maar met liefde. We hebben in de drie weken dat de katten bij ons zijn al zoveel onbetaalbare momenten meegemaakt. Inmiddels zijn ze bijna hersteld van alle malheur die ze hadden meegebracht uit het asiel. De twee poezenkleuters trekken als ware ontdekkingsreizigers het hele huis door. En als ze even niets te ontdekken hebben, spelen ze samen, onvermoeibaar naar het schijnt om dan ineens met hun lekkere lijfjes op je schoot of in je hals in slaap te vallen.



Nor, de zwarte poes, heeft de gewoonte om vooral de hoogte te zoeken. Als je aan het aanrecht staat, zit ze in een mum van tijd op je rug. Ze begrijpt het niet als je haar omstandig probeert uit te leggen dat zo'n shirt meer dan honderd euro gekost heeft en eigenlijk doet het er ook niet toe. Nor kan alles maken, ze is de vertedering in eigen poezepersoon. Vrienden van ons waar we laatst, inclusief poezen, op bezoek waren, meenden wat Noorse Boskat in haar te zien. Geen rare gedachte. Ze heeft kleine pluimpjes aan haar oren en klimt werkelijk in alles. Haar naam Nor blijkt in die zin goed gekozen. Ze zit bij voorkeur als een papegaai op mijn man z'n schouder, terwijl hij in de keuken groenten staat te snijden of koffie maakt. En Kjell, haar grote 'broer' is altijd in haar buurt. Tenminste.... Terwijl ik gisteren aan het koken was en het keukenkastje opende om een deksel te pakken, stak 'ie ineens z'n mooie rode kop uit een Le Creuset pan. Hij leek te weten dat het een braadpan was, haast om eruit te komen had 'ie niet.

Naast andere keukenskills zoals het inspecteren van de bio-emmer en het kaalplukken van de basilikumplant heeft onze rode rakker de nodige affiniteit met computers aan de dag gelegd. Hij maakt selfies op de iPad, door ons inmiddels aaiCat genoemd, en gisteren deed hij ons huis op z'n grondvesten trillen, door in de studeerkamer ineens muziek op de Mac aan te zetten. Hij schrok er zelf ook van. Dat je een zwarte poes op een donkerblauwe bank of zwarte bureaustoel slecht ziet, heb ik inmiddels eveneens ontdekt: ik ben al drie keer op Nor gaan zitten. De laatste keer beleefde ik enkele angstige momenten, omdat ik werkelijk dacht dat ze niet meer ademde. Tot die grote knikkerogen zich weer openden en ik haar van blijdschap en liefde bijna alsnog fijn drukte. Ze kunnen wat hebben, gelukkig. Het is trouwens wel oppassen geblazen nu we een kat en een poes onder één dak hebben. Maar op tijd met de poezepil beginnen want anders vrees ik het ergste, hoewel we al drie aanvragen hebben voor nakomelingen. Beter van niet, we hebben er bovendien voor moeten tekenen in het asiel. Kjell is zeker een echte kater, zo hebben we al kunnen zien. Ach, ze zijn ontzettend vertederend. Hoewel... Terwijl ik de wastafel in de badkamer sta af te nemen, zie ik in de andere wastafel Kjell door z'n kattehurken gaan boven de afvoer... Er schijnen mannen te zijn die na thuiskomst uit de kroeg de wasbak inderdaad voor het toilet aanzien, zo lees ik wel eens in boeken, maar dit is toch echt niet de bedoeling. De kraan redt me. Een natte kat kijkt me niet begrijpend aan. 



En toch... Katten maken je leven leuker. Als je er niet allergisch voor bent natuurlijk. Uiteraard vereist het wel de nodige opvoedingsinspanningen, als je tenminste leuke katten wilt, maar ze hoeven niet op zwemles en vragen niet op hun 10e al om een mobiel. Het reduceert stress en laat je relativeren. Als ik zie hoe die beestjes zich over het kleinste kunnen verwonderen, kan ik niets dan glimlachen en verdwijnt alle gedoe in de wereld, het gedoe in m'n eigen wereld, even naar de achtergrond. Ze kunnen ons zoveel leren, bijvoorbeeld dat je moet genieten. Ze geven zoveel liefde, warmte en gezelligheid en ontvangen bovendien graag, op ieder moment van de dag. Niets is fijner dan na een lange werkdag op de bank je kat uitgebreid te aaien en te knuffelen. Een van de beste mindfulnesselementen die je aan je leven kunt toevoegen dus. Albert Schweitzer zei ooit: er bestaan maar twee manieren om te ontsnappen uit de triestheid van het bestaan: muziek en poezen. Ik vind daarbij dat ze perfect in ons huis passen, qua kleur enzo. Ieder interieur knapt op van een poes. En het is bovendien het meest literaire dier dat er bestaat. Een must dus voor deze wil-zo-graag-schrijfster. Nee, het was zondermeer een goede beslissing, daar op die late maandagavond aan de keukentafel in Friesland. Met een kat of poes wordt je huis een thuis. 

Terwijl ik deze bog zit te schrijven, komt het Pellebeest de kamer ingelopen en legt z'n kop op mijn been. Alsof 'ie aanvoelt dat ik hier een promotiestuk voor poezen zit te schrijven. Tja, dat hebben honden dan weer, tenminste onze Golden, de allerliefste en uiteraard best opgevoede hond die er bestaat. Sensitief en een radar voor alles: pijntjes, dipjes, gevaar...  En voor concurrentie dus, naar nu weer blijkt. Tijd voor een flinke boswandeling, qualitytime tussen een hond en baas.

2 opmerkingen:

  1. Je souhaite dans ma maison,
    Une femme ayant sa raison,
    Un chat passant parmi les livres,
    Des amis en toute saison
    Sans lesquels je ne peux pas vivre.
    (Apollinaire.)

    BeantwoordenVerwijderen